zondag 21 december 2008

Ons Wil 2

nog een klein stukje :)

---

MOEDER
Ik weet wel dat jij denkt dat ik zo’n verschrikkelijk wild en nat en geil bestaan heb maar niet écht hoor…
Weet jij waar ik heen ga, als ik de stad inga?
Naar lezingen. Voor alleenstaande vrouwen. Heh.
Afgebladderde achterafzaaltjes vol oestrogeenbommen die woede en wrok zweten.
Maar, niet getreurd, uiteindelijk vindt de massa de perfecte partner, springt de vonk over, de hele godvergeten Aha-erlebnis.

Ze hebben de vrouwenblaadjeswaarheid in pacht. Met mantra’s en al.
Ik ben mijn eigen persoon. Wist je dat?
Als ik ’s avonds alleen terugrij ben ik mijn eigen persoon.
Als ik magnetronmaaltijden insla ben ik mijn eigen persoon.
Als ik m’n borsten moet optillen om daaronder te wassen ben ik mijn eigen persoon.
Als ik alleen nog maar op de knieën ga om de vloer te schrobben ben ik mijn eigen persoon.

En terwijl ik zo ontzettend mijn eigen persoon ben,
blijf ik me maar afvragen wie toch de massa is.
En waar ze massaal die ‘vonk’ vandaan halen.
En waarom geen enkele David Peter Karel Maarten Archibald of elke andere hint van een man de zijne met mij wil delen.

woensdag 17 december 2008

ONS WIL

De werktitel van een toneelstuk dat ik schrijf, en dat ergens in mei opgevoerd zal worden. Hieronder de eerste versie van de eerste tekst die ik ervoor geschreven heb (even voor de indekking... :P)


JONGEN
We zijn een machine.
Een machine die het doet juist omdat ieder radertje hapert, blijft hangen.
Daar gaan ze van uit.
Daar wachten ze op.
Dus ik haper.
En ik blijf hangen.
…en inderdaad.
De machine doet het.

Ik luister naar haar ritme.
Het is nacht.
De ruimte is 8 passen bij 6.
Dat was ze vijf uur geleden ook.
Drie weken geleden ook.

Mijn moeder veegt met haar lippen langs m’n oor
stapt in en rijdt weg.
Ik loop naar binnen.
Ik moet wachten.
Ik wacht.
Voeten lopen langs, ik durf er geen gezichten bij te denken.
Iemand komt naar me toe.
Neemt me mee naar een andere kamer.
Kleedt me uit.
Onderzoekt me.
Kijkt of de symptomen niet gewoon weggewassen kunnen worden.
Voelt in alle hoekjes en gaatjes van me.
Nee hoor.
Het zit overal.

Het is hier
alsof je min of meer per ongeluk niet weggaat.
En nog een keer niet weggaat
en nog een keer niet weggaat
en nog een keer niet weggaat
en opeens, zonder dat je het doorhad
ben je hier thuis.
word je uit jezelf wakker om half zeven.
Sta je om zeven uur onder de douche
zonder dat je weet hoe je daar gekomen bent.
Zit je tegen beter weten
om twaalf uur in de ‘recreatieruimte’.
Te re-cre-ë-ren.

Er staat een pingpongtafel en mooie bordspellen bovendien
en eens in de zoveel tijd jaagt er iemand een mes door z’n polsen heen.
Als we een snijdertje hebben.
In de ‘recreatieruimte’.
Want ophangen doe je in je slaapkamer.
Uiteraard.
Etiquette blijft etiquette.

Ik loop zes passen.
Kwartslag naar links.
Acht passen.
Kwartslag naar links.
Zes passen weer.
Kwartslag naar links.

Ik loop in het ritme van het gebouw.
Haar boze zuchten en kreunen.
Maar gekte laat zich niet bedwingen
en al helemaal niet op kousenvoeten -
HOU OP!

De geluiden die de anderen maken houdt even op, zwelt dan opnieuw aan. Dit neemt vanaf nu steeds meer toe in volume. De jongen legt zijn handen op zijn oren.

JONGEN
Ik slaap niet meer.
Eerst wilde ik niet
Nu kan ik niet.
Als zij me niet wakker houden
doe ik het wel
En anders de -

PERSONAGE
Controle!

Fel (gang)licht, kort.

JONGEN
Ieder halfuur controle. In het begin.
Voor mij ieder uur nu.
Promotie.
Maar ik slaap met iemand anders op de kamer.
Die wordt ieder half uur gecontroleerd.
Dus het effect is hetzelfde.

Hij heeft zijn vader in brand gestoken.
Dat zeggen ze tenminste.
Op een dag komt hij thuis.
Hij gooit zijn jas over zijn stoel.
Loopt naar boven en ziet zijn vader.
In zijn zusje.
Hij loopt naar de schuur.
Pakt een jerrycan.
Loopt terug het huis in.
Giet de jerrycan leeg over vader.
steekt een lucifer aan.

Zusje lag in de weg.
Dat zeggen ze.
Ik heb niemand in brand gestoken.
Ik heb mijn moeder niet geslagen.
Ik heb nog geen hond geschopt.
Ik schaam me.

Dus in de recreatieruimte gooi ik met stoelen en banken.
Ik stap op de ping pong bal.
maak de mooie bordspellen kapot.

Ze worden niet boos.
Ik heb gehaperd. Ik ben blijven hangen.
Zoals het hoort.
Wel word ik strenger bewaakt.
Mijn promotie ben ik kwijt; ieder halfuur gecontroleerd.
Maar ik slaap met iemand anders op de kamer
die al ieder half uur wordt gecontroleerd.
Dus het effect is hetzelfde.

En slapen deed ik toch al niet.
Ik luister naar het ritme.
Laat me wiegen.
Schurk tegen de klanken
Tot ze bij me binnendruipen.
In m’n oren en ogen en neus en mond.
In alle hoekjes en gaatjes van me.

Ik moet wel.

zaterdag 13 december 2008

Ondertussen, in de rest van de wereld...

...was het gisteren de verjaardag van m'n zus.
Ze zou 38 geworden zijn.

Ik was het vergeten.

Dat was dat, voor 2008.