dinsdag 18 maart 2008

MEISJE

“Als iemand
dan ik
En niemand anders!”
riep zij en
Ongelukkig als zij was
- dat men dat niet kon zien -
duwde zij
zonder spijt
het slachtoffertje
- blond meisje, jaar of tien -
het raam uit
negenhoog, maar
gelijk had ze wel
harde klappen was het toch al gewend.
tjonge jonge jonge
dom, dom kind.
want wat zij niet had ingezien
als een meisje
met wat misplaatste vingerafdrukken
hier en daar
de tongen roert
doet een uitgesmeerde vlek
vaak weggespoten nooit echt weg
op het midden van een stoep
de mond en streken daaromheen
haast vibreren van genot.

Misselijk meisje
Ze stal je licht
je donder en je bliksem
en zelfs de steelse blikken
vanonder hoed of paraplu
heeft ze je afgenomen
iedere gillende omwenteling
een claim to fame

Arm, arm, dom, dom kind.
Zij verhangt zichzelf
volgende week
helemaal zeker
weet ze het nog niet
de brief ligt al klaar
speldt ze op haar borst
over een maand zal haar vader
zeggen
ik hield gewoon van haar.
en iedereen zal dat fout opvatten.
want als een meisje
met wat misplaatste vingerafdrukken
de tongen roert
doet een licht briesje
dat de voetjes aait
net de boven de grond
van een speelplaats
de huisvrouwmond
haast exploderen
met orgastisch genoegen
de snelle tongval komt later pas

Gek, gek, klein, klein kind.
Als de blauwe strepen in de nek
verpulvert zijn
tot beenmerg, gruis en restafval
zijn de tongen reeds verzadigd
en een vergelijkbaar ding
maar jong en zelfs
gehandicapt, het is een feest
daar kan toch niemand tegenop
het schijnt er was zelfs
een hond in ’t spel.

Dom, dom, dood, dood meisje
vergeten
weg
en dat zo snel
Dat jij zo ongelukkig was
’t kon niemand schelen
Misère is een erfenis
alleen zijn er zo velen
welterusten, moe, moe meisje
de dag is voorbij en jij helemaal
kus je spiegeltje gedag
schraap je glitterstof bijeen
en leg jezelf te ruste
op je bedje van weleer
welterusten, kind.
Welterusten.

Geen opmerkingen: