zaterdag 14 juni 2008

Ouderwets

Gert (oud) en Raza (jonger) zitten in een doorsnee oudemensen zitkamer. Hier en daar bejaarden.

RAZA
Dit is Jasper. Herken je hem?
Hij is groot geworden. Acht, namelijk.
Dat is groot. Hij gaat naar school.

GERT
Zingt ie?

RAZA
Wat?

GERT
Zingt ie?
Hij kijkt alsof ie zingt. En dan zonder tegenzin.

RAZA
Hij zingt. In de kerk.

GERT
O Jezus.

RAZA
Hij heeft een mooie stem, als…

GERT
als een engel?

RAZA
Als een engel.

GERT spuugt op de grond. Stilte.

GERT
Wie ben jij?

RAZA
Ik ben Raza.

GERT
Dat vroeg ik niet.

RAZA
Ben je moe? Wil je even rusten? Ik kan later terugkomen.

GERT
Niets ervan.
Jij bent nu hier. Bezoeker; bezoek me. Vertel.

RAZA
Waarover?

GERT
Ik ben blind. Ik zie niets dan twee en een halve muur en af en toe twee pornobenen. Vertel.

RAZA
Er wonen nieuwe mensen in het huis. Man en vrouw. Ze hebben een hond.
We hebben de spulletjes verkocht. Dit weekend.

GERT
En jij? Werk je? Hard? Ben je vlijtig?

RAZA
Ik werk hard. Ik ben vlijtig.
Dat… daar kwam ik voor.
Je moet me helpen.

GERT
Hoezo?

RAZA
Van hem krijg ik niets.
Jasper en Ronnie kosten me te veel. Ik red het niet.

Stilte.

RAZA
Alsjeblieft?

GERT
Gadverdamme.
Gad-ver-dam-me.
Ksht. Ksht zeg ik.
God het stinkt hier.
Was dat het? Het gezellige bezoekje?

RAZA
Ik kan het niet alleen.

GERT
Kan niet? Wil niet. Dat is het probleem. Jij – bent – lui.
Doe jij alles?
. . . Zeg het dan! Zonder te knipperen. Hup. Zeg maar na.
‘Ik doe alles wat ik kan.’

RAZA
Ik doe alles wat ik kan.


GERT
…hoer.
Jij liegt. Als een vrouw.
Een zwakke, luie vrouw.

RAZA
Wat moet ik dan?

GERT
Werken. Iets doen.

RAZA
Wat?

GERT
Kind, ga gehaktballen draaien!
Slacht een geit, maak een voetbal van de maag.
Mes tussen de tanden en het Gooi doortijgeren,
maakt niet uit,
maar doe iets!
Hup, rokje omhoog, en niks niet voor een soldaat maar gewoon om de vloer te schrobben.
Spuug in hoeken en zweet een wasbak vol.
Aai een geit,
zonder bijbedoelingen,
gewoon om godverdomme eens een geit te aaien.
Om het te doén.
Het te voelen.
Naai een sprei.
Vouw de was.
Neem afscheid.
Klim naakt in een boom,
kom klaar tegen een oude knot,
draag een oma naar huis en laat haar boodschappen op straat staan,
wat dan ook.
Zoog andermans kinderen,
baar een wereldleider,
wees amicaal tegen de Turk om de hoek.
En kom dán bij me klagen dat je hard gewerkt hebt.
Eerder niet.
. . .
Nou?
Wanneer gaat dat rokje omhoog?
Waar blijft dat blote kutje voor het vaderland?

RAZA
Papa…

GERT
En waar blijft verdomme die zuster?

RAZA
Weet ik niet papa.

GERT
Nazi’s zijn het hier. Verdomde fascisten.
Ik plas over m’n eigen voeten heen.
Ik lig nachtenlang te woelen in m’n eigen pislucht en van het eten hier krijg ik kramp.
Schuddende, trillende, pissende oude ik word boos,
ik moet weg, denk ik
ik moet huilen, voel ik.
Fout!
Ik moet ‘niet zo lelijk doen’.
Jammer dan.
Dit ben ik.
Ik doe lelijk.
Buuuuuh

GERT trekt een lelijk hoofd. Raza staat op.

GERT
Niet weggaan.

RAZA
Ik moest dingen doen.

GERT
Niet nu.
Nu hier. Nu praten.

RAZA
Waarover?

GERT
Weet ik niet. Dingen.

RAZA
Ik kom iedere week. Zijn we samen alleen. Ik vind het niet erg als je boos wordt.

Stilte.


GERT
Wie ben jij?

RAZA
Ik ben Raza.

GERT
Dat vroeg ik niet.


Geen opmerkingen: