donderdag 29 mei 2008

HOSANNA

Op de radio had men gezegd
Dat Het eraan kwam
en Verspreid het woord!
meende ik te horen
dus dat deed ik.
Ik trok mijn kleren uit
en toog
gekleed als apostelen plachten te zijn
de straat op.
Later bleek dit alles
over wasmachines te gaan
godsvrucht slaat de plank ook mis
Ik verspreidde het woord
ik verspreidde het woord zoals
het woord nog nooit verspreid was.
Niet alleen naar voren
maar naar links
naar rechts
en mits niet gehinderd
door flatgebouw of vogelvlucht
ook omhoog.
Hoger en hoger
en de mensen wisten niet wat ze zagen
en roken
voelden
en proefden.
Wat ze hoorden
wisten ze ook niet
maar ik vertelde het ze.
De rest, daar kon ik ze niet mee helpen.
Ik was ook maar de boodschapper.

Toen ik die avond thuiskwam
vermoeid zoals een eervol man dat zijn kan
wachtten mij
de zeven plagen op
geconcentreerd.
Niet dodelijk maar uitermate vervelend maar
slachtoffers van de tijd
Jezus
het Jodendom
Jeanne d’Arc
Elizabeth
Anne Frank
De Duitsers
en bijna iedere vrouw die ooit geleefd heeft
zij klaagden niet
hang het hoofd en laat de rug bloeden!
Zo ook ik
mijn gewaad trok men mij uit
mijn armen draaiden men mij op de rug
mijn knieën dwong men op de grond
mijn benen volgden spoedig zelf
Zo brak men mij
stokken en stenen hielden op
waar zij echt begonnen
en geradbraakt lieten ze mij liggen
terwijl de regen viel
stierf ik.
Probeerde ik te sterven.
Klauwde ik al mijn energie bijeen om dood te gaan.
Wat alle Groten deden lukte mij niet
waarom lukte het mij niet?
Had ik niet
hard genoeg gewerkt?
mijn best niet gedaan?
Ik sleepte mij naar huis
legde mijn gebroken hoofd te ruste.
De washand bleef niet liggen
geen zweetdoek nam mijn beeltenis aan.

Tot zover mijn
wonderlijk bestaan
Nu zwart op wit geloof
en blind vertrouwen
vervangen zijn door wasmachines en
- zo stel ik mij dat voor –
seks
Heeft men aan mij geen boodschap
Geen overtuiging zal mij nog
tot boekdrukkunst verheffen.
Dus zing ik zacht
mijn eigen Hosanna
tot ik droog en dorstig ben.
Dan drink ik
en doe ik alsof.
Mijn zwartgekleurde koolzuurbloed
nu zonder calorieën.
Mijn lichaam past
in een vezelrijk dieet
en mijn geesteskerk zit overvol.
Herinneringen, dromen
Van wat komen gaat
of allang vertrokken is
Ze horen mij aan
En zullen straks
mijn woord verspreiden
een huis- tuin- en keukenwoord
per ongeluk op gang gebracht, wellicht
maar het is mijn woord en ik zal het houden
Tot die tijd
ben ik stil
Ben ik rustig.
Ben ik klaar.