maandag 14 april 2008

DE JONGE

Jij zegt soms rare dingen.
Met veel lettergrepen.
Ik luister niet zo goed maar ik kan op m’n hoofd staan.
We kijken uit het raam.
‘als je nu je ogen dicht doet,’ zeg jij,
‘en niet meer open
is dit het laatste wat je ooit gezien hebt.’
‘Nee,’ zeg ik,
‘want dan zie ik de binnenkant van m’n ogen.’
Jij geeft me een kusje.
En een klap.
Want ik ben stom en lief tegelijk.
Dat kan ik.
Heb ik op geoefend.
Voor de spiegel.
En soms op mijn hand.
Ik vind je niet geil maar dat ken ik ook niet echt. Dus dat geeft niet.
Je laat me plaatjes zien.
In mijn buik kriebelt het van dingen die niet mogen.
Alsof mijn longen moeten lachen.
Je wijst op een vrouw. Ze kijkt alsof ze pijn heeft.
‘Nu doen wij dat nog niet.’
Ik ben opgelucht.
Later gaat dat wel gebeuren, denk ik.
Dan zoenen we en doe jij dingen met je mond.
Ik neurie dan een beetje
en zet de tv aan.
Dat kan ik wel.
Ik doe een kusje terug.

Geen opmerkingen: