zaterdag 19 juli 2008

VAKRISICO'S

HIJ
Eerste hulp.
Eerste hulp.
Eerste hulp.
Tweede derde vierde hulp als dat niet werkt.
Snuif snuif zucht. Snuif snuif zucht. Snuif snuif kots. Snuif kots zucht.
Tot het laatste lijntje eerste hulp weg is, en dan?
We horen onze vader al lachen, breed, hard, beukend, met zweterige tanden.
Een amicale hand op onze schouder.
Onze kleine jongen wordt groot, wordt graag, heel graag, geil, heel geil.
Een klein diepsneeduikertje, zogezegd.
Haha.
Een diepspleetduikertje.
Hahahaha.
Een diepreetduikertje.
Waahahahahahahaha.
Diepreet diepe reet diepe kreet, heet, te heet, te heet onder mijn voeten, tijd voor de vluchtroute eerste klas, vluchtauto over het dak, ii-ii-ii-iiii piepende banden, piepende bandjes, piepende stembandjes, wat krasten die ook al weer?

Laat me gaan laat me gaan laat me gaan raak me aan raak me aan raak me aan.
De tv staat aan, begint zich er ook mee te bemoeien.
Één woord, zes letters, eerste letter een K.
O Kut o Kut o Kut o Kut o KutKankerKloteKlere Kut.
En wie is onze eerste beller?
De eerste zijn we al lang vergeten, of niet, liefje schatje scheetje poepje, de eerste weten we niet meer, of die daarna, of die daarna, maar de laatste die zal ons voor altijd bijblijven of toch een week of drie.
Het is mevrouw Sims uit Alblasserdam.
Mevrouw zijn moet je verdienen.
Verdien het dan, hoer!
Ik hoorde je wel lachen,
hahahahahaha
lekker lachen
hoog en klaaglijk.
Je moest ervan huilen zo hard lachte je. Krokodillentranen van genot.
Nee, helaas, Kapper is niet goed. Dag mevrouw Sims.
Dag mevrouw Sims! Terug naar huis, terug naar Alblasserdam, terug de afgrond in, terug naar huis, terug naar huis.
Had ze terug naar huis gewild? Had ze moeten roepen, enkel moeten roepen want wie roept die wordt gehoord, de klant is koning, oren ogen benen weid gespreid, zo naar huis vliegen, lekker in je bed met koekjes en lekkere warme
Koffie?
Jaaaaaaa koffie.
Nee koffie is ook niet goed.
Neeeeee fout. Dat wisten we toch. Thuis snappen we wat goed is en wat fout. We willen naar huis.
Opeens rennen onze benen, en de rest volgt al snel, wappert erachter aan.
Ik probeer weg te komen
weg te zijn
Net als zij,
zij deed moedig haar best,
ik doe haar na, doe haar, ik ben haar.
Kijk achterom, verwacht de klap tegen m’n hoofd die ongeveer… NU moet komen, of nee NU, NU dan, of toch ZO, verwacht de route door het bos, verwacht het sluitende water, ben al lekker opgewarmd opgegeild afgeneukt openbaard dus dat water overal naar binnen,
verwacht alles want wij zijn haar,
maar krijg niets want er is geen ontsnappen mogelijk.
Geen rust voor de gekke.
Zal je altijd zien.
Dat was het weer voor deze keer. Tot de volgende keer bij…
Dat was het weer voor deze keer.
Tot de volgende keer bij…
Tot de volgende keer.
Tot snel.
Tot snel.

Geen opmerkingen: